Doorgaan naar hoofdcontent

Frieseveen......tussen Haren en Paterswolde

Frieseveen, parel op de provinciegrens
Huize Weltevreden omstreeks 1917, een foto uit het boek Frieseveen, natuurgebied tussen Haren en Paterswoklde
Het Frieseveen, op de grens van Groningen en Drenthe, ontstond door de vervening.

Tegenwoordig is het een veelbezocht natuurgebied, dat wordt gekoesterd door eigenaar Natuurmonumenten.
Kaart van het Frieseveen en Paterswoldsemeer rond 1900

GERDT VAN HOFSLOT

De geschiedenis van het Frieseveen, de groene parel tussen Paterswolde en Haren, is nooit uitvoerig aan een boek toevertrouwd.
Harenaar Egbert Boekema, gepensioneerd wetenschapper en vogelkenner, heeft daar verandering in gebracht.
Zijn in eigen beheer uitgebrachte boek over het Frieseveen begint met een kort uitstapje naar de middeleeuwen.
In die tijd stond het laaggelegen veengebied in het dal van de Drentsche Aa tussen Haren en Paterswolde bekend als Hemmerwolde.
Die naam is afkomstig van het gehucht Hemmen, dat iets ten noorden van Haren lag.
Later kwam de naam Neerwold of Neerwolde in zwang.
Het was geen al te beste grond.
Het gebied was moerassig en bedekt met veen.
In de scheuren van het veenpakket had zich klei afgezet.
Akkerbouw was lastig op dergelijke zware, zure klei.
Toch kwam er in de loop van de middeleeuwen wel bewoning.
Mensen gingen op kleine verhogingen in het zompige gebied wonen.
Die veenterpen werden heemsteden genoemd.
Ze werden vermoedelijk alleen in de zomer gebruikt.
Dan lieten bewoners hun koeien grazen rond de terpen.
Bewoning is aangetoond met de kogelpotten uit de twaalfde en dertiende eeuw die bij Frieseveen werden gevonden.
Ook werd botmateriaal van schapen en geiten aangetroffen.
Het Frieseveen heeft, zoals veel plassen in Noord-Nederland, geen natuurlijke oorsprong, maar is ontstaan door vervening.
Rond 2800 gingen turfstekers die langs de Hoornsedijk in Haren woonden, met de vervening van het Vrieseveen aan de slag.
Tientallen jaren eerder waren ze al met de turfwinning in het noordelijker gelegen deel van Neerwold begonnen, waardoor het Paterswoldsemeer ontstond.
Samuel Nijsingh en Jan Warmolts speelden een belangrijke rol bij de vervening.
Ze vroegen in 1740 aan Stad en Ommelanden, de voorloper van de provincie Groningen, of ze turf mochten winnen uit de streek ten westen van het Hoornsediep.
Dat verzoek werd in 1744 ingewilligd.
Warmolts liet vervolgens twaalf hutten timmeren voor de turfgravers, die grotendeels uit Friesland kwamen, uit de omgeving van Oostermeer, Rottevalle en Ureterp.
De Friezen hadden ervaring met het winnen van turf.

Mensen gingen op 
kleine verhogingen 
in het zompige 
gebied wonen

Er waren overigens ook verveners uit Paterswoldse en omstreken, weet Boekema.
Hij noemt de families Arends, Rutgers, Ubels en Wietzes, namen die nog steeds veel voorkomen in Eelde-Paterswolde.
De turf uit het Frieseveen had niet dezelfde kwaliteit als die uit Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Dat kwam doordat er soms klei doorheen zat, vooral bij het Paterswoldsemeer.
Na enkele tientallen jaren van vervening bereikte de plas in het Frieseveen vrijwel zijn huidige vorm.
Wel zijn in de loop der tijden veel eilandjes in het water verdwenen, door afkalving en golfslag.
In 1906 werd Frieseveen gekocht door Pieter Arnold Camphuis.
Hij was  zoon van een arts in Roodeschool, maar wilde niet studeren.
Hij begon als loopjongen in een kruidenierszaak aan het Zuiderdiep in Groningen, die hij na verloop van tijd overnam.
Camphuis werd, vooral door de handel in steenkool en kolen, een bemiddeld man.
Hij verzamelde antiek en zat in het bestuur van het Museum van Oudheden in Groningen.
In 1908 liet Camphuis aan de westzijde van het Frieseveen een zomerhuis bouwen aan het water, huis Weltevreden.
Het werd opgetrokken in kalkzandsteen, vermoedelijk omdat de familie eigenaar was van een kalkzandfabriek in Smilde.
Landgoed Vennebroek..In 1848 gebouwd voor jonkheer Joan Hendrik Hooft van Iddekinge, een gepensioneerde majoor uit Zuidbroek  (foto archief Hilbrand Dijkhuizen)
Weltevreden werd veel verhuurd onder meer aan een familielid, dominee Pierson.
Die had connecties met het Diakonessenhuis in Groningen, het ziekenhuis dat een van de voorlopers is van het huidige Martini Ziekenhuis.
Mede daardoor werd het zomerhuis tot 1930 veel gebruikt om zusters te huisvesten.
Nadat de zusters er niet meer terecht konden werd er een klein huisje gebouwd, De Til.
Dat staat er, verscholen tussen de bomen, nog steeds.
Een van de eilandjes in de plas die jaren gleden door de golven werd verzwolgen, lag bij Weltevreden.
Op het eiland stond een metershoog standbeeld.
Niemand weet wat er van dat beeld is geworden, maar Boekema vermoedt dat het nog steeds in de modder ligt.
Net als nu werd het Frieseveen vroeger ook veel per roeiboot verkend.
En ook bij schaatsers is het gebied populair.

Natuurgebied Frieseveen is prima bevaarbaar met roeibootjes.   (FOTO DVHN)

In februari 1991 waren er dagen met bijna vijfduizend schaatsers.
Ook bij het landhuis Vennebroek staat Boekema stil.
Het statige onderkomen werd in 1848 gebouwd voor jonkheer Joan Hendrik Hooft van Iddekinge, een gepensioneerde majoor uit Zuidbroek.
De eerder genoemde Camphuis kocht het in 1912 voor 27.500 gulden, plus 6250 gulden voor bomen en houtgewassen.
Samen met het Frieseveen had hij nu een aaneengesloten landgoed.
De huidige eigenaar van Frieseveen, Natuurmomumenten, kocht het het in 1985 van de familie.
Hoewel de veenplas tegenwoordig streng wordt beschermd, diende een deel va\n het gebied jarenlang als vuilstort va Groningen.
Al rond 1914 werd een dijk aan de zuidzijde van de plas volgestort met afval uit de stad.
Van alles werd aangevoerd, ledikanten, teilen, versleten machines, potten en pannen.
Veenplas diende
begin vorige eeuw
als vuilstort van de
stad Groningen

Bioloog Fop I. Brouwer klaagde in een stuk in het NIEUWSBLAD VAN HET NOORDEN in 1930 al over rattenoverlast
In 1933 werd Frieseveen aan de gemeente Groningen voor 150.00 gulden.
Maar die had inmiddels besloten het stadse afval elders te storten en de koop ging niet door.
Veel rotzooi is echter nog steeds aanwezig in het gebied, constateert Boekema.
"Steeds als er een boom in de slappe grond om valt, komt er met de wortels van alles omhoog.
In de gaten zie je dan verroeste emmers, scherven en geëmailleerde keteltjes"
Flora en fauna worden uitgebreid beschreven.
Liefhebbers kunnen verrast worden op zeldzaamheden als de visarend, risse franjepoot en nonnetjes.
En niet te vergeten, de zeer bijzondere witte kievitsbloemen in de polder oosterland.
Het is een van de laatste plekken waar deze bloem in het wild groeit.

'Frieseveen, natuurgebied tussen Haren en Paterswolde'

Gelezen in:
DAGBLAD VAN HET NOORDEN

Frieseveen voor de Haantjes

Wij liepen van de Oosterhamrikkade 22a in Groningen , als de Haantjes, met wat drinken en gesmeerde boterhammen naar Paterswolde.
Wij gebruikten de benenwagen.
Daar kon je bij het meer zwemmen en zonnebaden en nog meer zaken op een kluitje, vlakbij het meer.
We kwamen ook eens bij het Paterswoldemeer op uitnodiging van 
Eef Brouwers die nog werkte bij de Nieuwe Provinciale Courant, waar vader was chef-redacteur.
Eef was verkikkerd op mijn zus Klaske...daarom mochten we mee
naar de plas.
Op deze manier, dacht hij........ had hij meer kans bij Klaske.
Klaske vertelde ons, Thijs en ik, dat zijn neus te breed was.
Merkwaardig...vooral, omdat zij zelf ook een fikse neus had.

Later pas, toen we in de gaten kregen, dat het zeilen niet voor ons niet zo populair was, en voor ons het roeien uitstekend was.
We gingen toen via de Meerweg , naar het gebied lag met de naam Frieseveen.
Daar kon je een roeiboot of een kano huren .
Je peddelde naar de Frieseveense plas via de kreken, en je installeerde jezelf op een eilandje, waar je kon zwemmen en zonnebaden in alle rust.
Regelmatig huurden we een rioeiboot of een kano.
We gingen, herinner ik me, onder leiding van Folkert als de knapenvereniging van de Westerkerk roeien op Frieseveen.

Ook ging ik daar roeien met een collega van mijn zus Greet.
Ze was een collega van Greet, mijn zus. 
Ik stond voor een tentamen voor de studie Pedagogiek en nam het tentamenschrift mee.
Ondertussen schepte ik op over de toekomst, ik kon misschien wel professor worden, vertelde ik haar om indruk te maken.
Toen we op de kamer van Greet kwamen, ontdekte ik, dat ik mijn cahier verloren had.
Later bezocht de collega van Greet met haar vriend de weg, die we hadden afgelegd ...en inderdaad ze kwamen terug met het cahier.
Het schrift kreeg ik weer terug.....maar mijn sjans was wel definitief voorbij.

JAN THIJS DE HAAN






Reacties

Populaire posts van deze blog

JAN REIJMERINK, oud- leerling van de chr. mavo te Noordhorn

Jan Reijmerink is een oud- leerling Zijn vader, herinner ik me, was leraar van een HTS in Groningen. Later deed hij journalistiek, regisseren en schilderen. Hij zocht bij alle dingen.... iets wat hem in het vervolg zou bevredigen. Maar hij is nog steeds aan het zoeken en ontdekte, dat het zoeken hem veel voldoende gaf. Een veelzijdig man die alle dingen met veel plezier doet. Met bloemen in Zuidhorn vader en moeder! Met vader bezocht hij de tunnel in Noordhorn! JAN REIJMERINK Leerling op de school, waar ik leraar was, de christelijke mavo te Noordhorn. Ik zal de klasgenoten vermelden van JAN REIJMERINK, op wie ik erg gesteld was vanwege zijn uitgebreide interesse en inzet. Zijn vader trof  ik vaak bij de ouderespreekavonden. Hij was zelf ook leraar aan de HTS in Groningen. Ik heb bepaalde gedeeltes van Jan Reijmerinks site gekopiëerd. Ik zal de namen laten zien van de leerlingen, die met Jan in de vierde klas zaten in het jaar 1981 Biog

DE 'DRACHTSTER TRAM'

Uit: WESTERKWARTIER De 'Drachtster tram' reed na opheffing nog op speciale gelegenheden, zoals hier in 1973, dwars door de Tolbertstraat in Leek. Het goederenvervoer op die lijn werd in 1985 opgeheven. (Foto: collectie gemeente Leek)  De 'Drachtster tram' Vorig jaar zijn enkele ongebruikte stukken spoorlijn ten westen van de Paterswolde opgeruimd. Het waren de laatste restanten van de Drachtster tramlijn tussen Groningen en Drachten. regio De Drachtster tram (later goederenvervoer en bekend als Philipslijntje) deed meer dan '79 jaar dienst. De NTM is een afkorting voor de Nederlandse Tramweg Maatschappij, opgericht in april 1880 door twee Belgen.  In de daarop volgende jaren zou de NTM zich ontwikkelen tot de grootste vervoerder in de noordelijke provincies. Alleen al in Friesland had deze vervoersonderneming 175 kilometer stoomtramlijnen en 29 kilometer tracé voor de paardentram. Er was nog enige concurrentie bij plannen voor aanleg van de traml

KRAKKIE LOPEN bij de eerste CHBS

Het Noorderplantsoen De HBS die ik bezoek, ligt in de binnenstad vlakbij het Noorder plantsoen, dat wordt geflankeerd door de resten van een oude stadsmuur voornamelijk bestaand uit een lichaam van aarde, waar je halverwege via een trap kan afdalen en dan loop je recht de Grote Rozenstraat in.  Als het hard heeft gevroren is dat de plek waar we op af stevenen om de vijvers te bereiken in het plantsoen en dan is het feest.  Massaal wordt er over het ijs gelopen met zo’n honderd man naast elkaar heen en terug.  Op het laatst gaat het ijs onder de druk helemaal om hoog staan en het geluid dat het lopen vrijmaakt is imponerend.  Op die momenten bewijst het ijs zijn taaiheid, wel buigen, maar barsten, ho maar.  Het zal ook talloze natte pakken opleveren.  Zo bestaan in die tijd de pauzes uit een constante uitdaging van het ijs dat geen krimp geeft. Dus kan het gebeuren, dat iemand die een plekje achteraf zoekt onder de bomen aan de vijverkant verrast wordt door inzakkend i