Frieseveen, parel op de provinciegrens
Weltevreden werd veel verhuurd onder meer aan een familielid, dominee Pierson.
Die had connecties met het Diakonessenhuis in Groningen, het ziekenhuis dat een van de voorlopers is van het huidige Martini Ziekenhuis.
Mede daardoor werd het zomerhuis tot 1930 veel gebruikt om zusters te huisvesten.
Nadat de zusters er niet meer terecht konden werd er een klein huisje gebouwd, De Til.
Dat staat er, verscholen tussen de bomen, nog steeds.
Een van de eilandjes in de plas die jaren gleden door de golven werd verzwolgen, lag bij Weltevreden.
Op het eiland stond een metershoog standbeeld.
Niemand weet wat er van dat beeld is geworden, maar Boekema vermoedt dat het nog steeds in de modder ligt.
Net als nu werd het Frieseveen vroeger ook veel per roeiboot verkend.
En ook bij schaatsers is het gebied populair.
In februari 1991 waren er dagen met bijna vijfduizend schaatsers.
Ook bij het landhuis Vennebroek staat Boekema stil.
Het statige onderkomen werd in 1848 gebouwd voor jonkheer Joan Hendrik Hooft van Iddekinge, een gepensioneerde majoor uit Zuidbroek.
De eerder genoemde Camphuis kocht het in 1912 voor 27.500 gulden, plus 6250 gulden voor bomen en houtgewassen.
Samen met het Frieseveen had hij nu een aaneengesloten landgoed.
De huidige eigenaar van Frieseveen, Natuurmomumenten, kocht het het in 1985 van de familie.
Hoewel de veenplas tegenwoordig streng wordt beschermd, diende een deel va\n het gebied jarenlang als vuilstort va Groningen.
Al rond 1914 werd een dijk aan de zuidzijde van de plas volgestort met afval uit de stad.
Van alles werd aangevoerd, ledikanten, teilen, versleten machines, potten en pannen.
Veenplas diende
begin vorige eeuw
als vuilstort van de
stad Groningen
Bioloog Fop I. Brouwer klaagde in een stuk in het NIEUWSBLAD VAN HET NOORDEN in 1930 al over rattenoverlast
In 1933 werd Frieseveen aan de gemeente Groningen voor 150.00 gulden.
Maar die had inmiddels besloten het stadse afval elders te storten en de koop ging niet door.
Veel rotzooi is echter nog steeds aanwezig in het gebied, constateert Boekema.
"Steeds als er een boom in de slappe grond om valt, komt er met de wortels van alles omhoog.
In de gaten zie je dan verroeste emmers, scherven en geëmailleerde keteltjes"
Flora en fauna worden uitgebreid beschreven.
Liefhebbers kunnen verrast worden op zeldzaamheden als de visarend, risse franjepoot en nonnetjes.
En niet te vergeten, de zeer bijzondere witte kievitsbloemen in de polder oosterland.
Het is een van de laatste plekken waar deze bloem in het wild groeit.
'Frieseveen, natuurgebied tussen Haren en Paterswolde'
Gelezen in:
DAGBLAD VAN HET NOORDEN
Frieseveen voor de Haantjes
Wij liepen van de Oosterhamrikkade 22a in Groningen , als de Haantjes, met wat drinken en gesmeerde boterhammen naar Paterswolde.
Wij gebruikten de benenwagen.
Daar kon je bij het meer zwemmen en zonnebaden en nog meer zaken op een kluitje, vlakbij het meer.
We kwamen ook eens bij het Paterswoldemeer op uitnodiging van
Eef Brouwers die nog werkte bij de Nieuwe Provinciale Courant, waar vader was chef-redacteur.
Eef was verkikkerd op mijn zus Klaske...daarom mochten we mee
naar de plas.
Op deze manier, dacht hij........ had hij meer kans bij Klaske.
Klaske vertelde ons, Thijs en ik, dat zijn neus te breed was.
Merkwaardig...vooral, omdat zij zelf ook een fikse neus had.
Later pas, toen we in de gaten kregen, dat het zeilen niet voor ons niet zo populair was, en voor ons het roeien uitstekend was.
We gingen toen via de Meerweg , naar het gebied lag met de naam Frieseveen.
Daar kon je een roeiboot of een kano huren .
Je peddelde naar de Frieseveense plas via de kreken, en je installeerde jezelf op een eilandje, waar je kon zwemmen en zonnebaden in alle rust.
Regelmatig huurden we een rioeiboot of een kano.
We gingen, herinner ik me, onder leiding van Folkert als de knapenvereniging van de Westerkerk roeien op Frieseveen.
Ook ging ik daar roeien met een collega van mijn zus Greet.
Ze was een collega van Greet, mijn zus.
Ik stond voor een tentamen voor de studie Pedagogiek en nam het tentamenschrift mee.
Ondertussen schepte ik op over de toekomst, ik kon misschien wel professor worden, vertelde ik haar om indruk te maken.
Toen we op de kamer van Greet kwamen, ontdekte ik, dat ik mijn cahier verloren had.
Later bezocht de collega van Greet met haar vriend de weg, die we hadden afgelegd ...en inderdaad ze kwamen terug met het cahier.
Het schrift kreeg ik weer terug.....maar mijn sjans was wel definitief voorbij.
JAN THIJS DE HAAN
Landgoed Vennebroek..In 1848 gebouwd voor jonkheer Joan Hendrik Hooft van Iddekinge, een gepensioneerde majoor uit Zuidbroek (foto archief Hilbrand Dijkhuizen) |
Die had connecties met het Diakonessenhuis in Groningen, het ziekenhuis dat een van de voorlopers is van het huidige Martini Ziekenhuis.
Mede daardoor werd het zomerhuis tot 1930 veel gebruikt om zusters te huisvesten.
Nadat de zusters er niet meer terecht konden werd er een klein huisje gebouwd, De Til.
Dat staat er, verscholen tussen de bomen, nog steeds.
Een van de eilandjes in de plas die jaren gleden door de golven werd verzwolgen, lag bij Weltevreden.
Op het eiland stond een metershoog standbeeld.
Niemand weet wat er van dat beeld is geworden, maar Boekema vermoedt dat het nog steeds in de modder ligt.
Net als nu werd het Frieseveen vroeger ook veel per roeiboot verkend.
En ook bij schaatsers is het gebied populair.
Natuurgebied Frieseveen is prima bevaarbaar met roeibootjes. (FOTO DVHN) |
In februari 1991 waren er dagen met bijna vijfduizend schaatsers.
Ook bij het landhuis Vennebroek staat Boekema stil.
Het statige onderkomen werd in 1848 gebouwd voor jonkheer Joan Hendrik Hooft van Iddekinge, een gepensioneerde majoor uit Zuidbroek.
De eerder genoemde Camphuis kocht het in 1912 voor 27.500 gulden, plus 6250 gulden voor bomen en houtgewassen.
Samen met het Frieseveen had hij nu een aaneengesloten landgoed.
De huidige eigenaar van Frieseveen, Natuurmomumenten, kocht het het in 1985 van de familie.
Hoewel de veenplas tegenwoordig streng wordt beschermd, diende een deel va\n het gebied jarenlang als vuilstort va Groningen.
Al rond 1914 werd een dijk aan de zuidzijde van de plas volgestort met afval uit de stad.
Van alles werd aangevoerd, ledikanten, teilen, versleten machines, potten en pannen.
Veenplas diende
begin vorige eeuw
als vuilstort van de
stad Groningen
Bioloog Fop I. Brouwer klaagde in een stuk in het NIEUWSBLAD VAN HET NOORDEN in 1930 al over rattenoverlast
In 1933 werd Frieseveen aan de gemeente Groningen voor 150.00 gulden.
Maar die had inmiddels besloten het stadse afval elders te storten en de koop ging niet door.
Veel rotzooi is echter nog steeds aanwezig in het gebied, constateert Boekema.
"Steeds als er een boom in de slappe grond om valt, komt er met de wortels van alles omhoog.
In de gaten zie je dan verroeste emmers, scherven en geëmailleerde keteltjes"
Flora en fauna worden uitgebreid beschreven.
Liefhebbers kunnen verrast worden op zeldzaamheden als de visarend, risse franjepoot en nonnetjes.
En niet te vergeten, de zeer bijzondere witte kievitsbloemen in de polder oosterland.
Het is een van de laatste plekken waar deze bloem in het wild groeit.
'Frieseveen, natuurgebied tussen Haren en Paterswolde'
Gelezen in:
DAGBLAD VAN HET NOORDEN
Frieseveen voor de Haantjes
Wij liepen van de Oosterhamrikkade 22a in Groningen , als de Haantjes, met wat drinken en gesmeerde boterhammen naar Paterswolde.
Wij gebruikten de benenwagen.
Daar kon je bij het meer zwemmen en zonnebaden en nog meer zaken op een kluitje, vlakbij het meer.
We kwamen ook eens bij het Paterswoldemeer op uitnodiging van
Eef Brouwers die nog werkte bij de Nieuwe Provinciale Courant, waar vader was chef-redacteur.
Eef was verkikkerd op mijn zus Klaske...daarom mochten we mee
naar de plas.
Op deze manier, dacht hij........ had hij meer kans bij Klaske.
Klaske vertelde ons, Thijs en ik, dat zijn neus te breed was.
Merkwaardig...vooral, omdat zij zelf ook een fikse neus had.
Later pas, toen we in de gaten kregen, dat het zeilen niet voor ons niet zo populair was, en voor ons het roeien uitstekend was.
We gingen toen via de Meerweg , naar het gebied lag met de naam Frieseveen.
Daar kon je een roeiboot of een kano huren .
Je peddelde naar de Frieseveense plas via de kreken, en je installeerde jezelf op een eilandje, waar je kon zwemmen en zonnebaden in alle rust.
Regelmatig huurden we een rioeiboot of een kano.
We gingen, herinner ik me, onder leiding van Folkert als de knapenvereniging van de Westerkerk roeien op Frieseveen.
Ook ging ik daar roeien met een collega van mijn zus Greet.
Ze was een collega van Greet, mijn zus.
Ik stond voor een tentamen voor de studie Pedagogiek en nam het tentamenschrift mee.
Ondertussen schepte ik op over de toekomst, ik kon misschien wel professor worden, vertelde ik haar om indruk te maken.
Toen we op de kamer van Greet kwamen, ontdekte ik, dat ik mijn cahier verloren had.
Later bezocht de collega van Greet met haar vriend de weg, die we hadden afgelegd ...en inderdaad ze kwamen terug met het cahier.
Het schrift kreeg ik weer terug.....maar mijn sjans was wel definitief voorbij.
JAN THIJS DE HAAN
Reacties
Een reactie posten