Doorgaan naar hoofdcontent

NOORDHORN VROEGER





In de gracht van de borg Hanckema lag het lichaam.    Groninger Archieven.1825


Moord in Noordhorn

Op 4 oktober 1822 was chrurgijn (heelmeester) Heslinga uit Zuidhorn met een zoon van borgheer Bindervaart van Hanckema op eendenjacht.
Zoekend naar een geschoten eend deden ze in de borggracht een lugere vondst: een vrouwenlichaam

NOORDHORN Het slachtoffer bleek de ruim zeventigjarige Aaltje Alles uit Noordhorn, die al dagen vermist was.
Toen op een ochtend de luiken voor de ramen van haar huis nog gesloten waren, vermoedden buren onraad.
Ze troffen haar niet thuis en ontdekten dat allerhande zaken misten.
Een zoektocht leverde niets op.
Op Aaltjes lichaam werd lijkschouwing en sectie verricht.
De wonden waren haar vermoedelijk bij leven aangebracht.

Kroos
Uit kroos in haar maag bleek, dat zij levend te water was geraakt en verdronken.
Vanwege sporen van geweld en diefstal werd een onderzoek ingesteld.
Getuigenverklaringen
De verdachte was ongeveer 28 jaar, klein van gestalte en met een pokdalig en 'schraal'gezicht,
Na de vlucht uit Noordhorn en Zuidhorn probeerde hij de gestolen waar te slijten in Groningen: hij verkocht oorijzers aan een zilversmid en bood een winkelier andere spullen aan.

Vlucht en aanhouding
Op een gegeven moment herkende de Groninger schoenmaker Hendrik Groos de voortvluchtige, omdat hij met hem in de gevangenis had gezeten.
Hendrik wist dat deze Jan Kwint daar uitgebroken was.
Jan vluchtte; Hendrik waarschuwde tevergeefs de autoriteiten.
Januari 1823 dook Jan op in Noord-brabant, waar hij een tweede dodelijk slachtoffer maakte.
Daarna vluchtte hij naar Hannover, om vandaar reichting Groningen te gaan.
Op 23 september werd hij bij de grens aangehouden.

Levensloop
Bij het proces ontrolde zich de gechiedenis van Jan Kwint,
Hij was geboren in Groningen als zoon van een metselaar die later soldaat werd.
Op tweejarige leeftijd overleed zijn moeder.
Vader was als ,ilitair veel afwezig; anderen moesten kleine Jan verzorgen.
In 1791 hertrouwde de vader; stiefmoeder verwaarloosdwe Jan, die geregeld op straat moest bedelen.
In 1806 werd hij soldaat in dienst van Napoleon.
Tijdens de veldtocht naar Rusland werd hij gevangen genomen.
In december 1814 desereteerde hij en daarna nog enkele malen.
Daarvoor werd hij in 1819 veroordeeld tot drie jaar 'kruiwagenstraf' een soort dwangarbeid geketend aanb een kruiwagen.
Na zijn ontsnapping leidde Jan Kwint een zwervend bestaan.

Aaltje was het 
slachtoffer van 
toevallige 
omstandigheden

Met leugens, diefstal en moord voorzag hij in zijn levensonderhoud.
Op 14 april 1824 eindigde hij aan de galg op een schavot op de Grote Markt.

Toeval
Aaltje was het slachtoffer van toevallige omdstandigheden.
Jan zocht onderdak in Noordhorn en Aaltje, weduwe, had een 'slaapstee' en kon wel wat geld gebruiken.
Jan stal stiekem haar sieraden.
Toen zij het geld voor kost en inwoning vroeg, zei hij dat niet te hebben.
Aaltje zei te weten dat hij een desereteur was en dreigde hem aan te geven.
Daarop 'smoorde'hij haar geschreeuw.
Jan verklaarde dat ze nog leefde toen hij haar achterliet.

Door Albert Buursma

Bronnen: Cees Verhagen, Jan Kwint (Someren 2018)
Groninger Archieven,Toeg.141,

inv.nrs.2.5&6.84

SCHOOLSTRIJD

Noordhorn Vroeger

Voor alke goed geínformeerde Nederlander, en waarom zou dat voor inwioners van Noordhorn niet gelden, kan artikel 23 voor onze grondwet als redelijk bekend worden verondersteld.
Het handelt over de vrijheid van onderwijs.
In onze gemeente Zuidhorn en dus ook in Noordhorn heeft deze kwestie ook meer dan eens een belangrijke rol gespeeld.
In het begin van de twintigste eeuw, uitmondend in de stichting van de school met de bijbel in 1906.
Maar ook in de jaren na de tweede wereldoorlog is er weer sprake geweest van een (kleine)  schoolstrijd.
Tot begin 1950 waren de lagere school en de mulo onder één bestuur.
Maar tijdens de oorlogsjaren ontstond er een scheuring in de gereformeerde kerk waardoor na een paar jaar er grote verdeeldheid ontstond binnen de boezem van de tot dusver als één solide bolwerk optredende christelijke schoolwereld.
Bij het doornemen van de verslaglegging van het bestuur, de vergaderingen van de schoolvereniging en de school zelf kom je aan de weet dat er twee partijen ontstonden die positie kozen tegenover elkaar en al vrij gauw ook niet meer door één deur konden.
Het personeel van de toen nog ongedeelde school in 1949.
Links de leraren Hijszeler en Bakker, zij gingen bij de splitsing van de school naar de school aan de Geert Waldastraat.
Juf Bakker is later naar de mulo in Noordhorn gegaan.
Rechts de meesters Weber en Slings en juffrouw Beintema.
Meester Weber, hij was getrouwd met een dochter van Timmerman, is naar Groningen verhuisd en Slings en Beintema zijn meegegaan naar de school aan de Boslaan.

Dit kun je heel letterlijk opvatten, begin jaren vijftig waren er in een vrij korte tijd ineens drie scholen bijgekomen in de gemeente Zuidhorn.
De school aan de Gast werd afgestoten en vervangen door een nieuw school aan de Geert Waldastraat en  één aan de Boslaan.
Aan de Brilweg verscheen een nieuwe gereformeerde mavo.
De  mulo school aan de Noordhorner Gast bleef vooralsnog gewoon bestaan met duidelijk minder leerlingen.
Een aderlating moet dat geweest zijn want de helft van de leerlingenpopulatie zocht haar heil aan de Brilweg.
In de jaren dat ik op de mulo zat, van 1950 tot 1953 was van deze kleine schoolstrijd ook in de schoolpraktijk wel iets te merken.
Er ontstonden afspraken als: van elke denominatie, de synodalen en de vrijgemaakten moesten er een gelijk aantal leraren worden benoemd.
De lagere school werd geleid door een vrijgemaakte gereformeerdwe en de mulo door een synodaal gereformeerde directeur.
Tijdens de lessen mochten de docenten aan de mulo niet over de leergeschillen spreken.
Dat mocht ook niet als er naar gevraagd werd door de leerlingen en ook niet tijdens de lessen godsdienst of Bijbelonderwijs.
En reken maar dat de al iets oudere leerlingen van de mulo daar wel iets van meekregen.
Het was zeker niet bevorderlijk voor de onderlinge sfeer.
Tekening van J.T. de Haan


Ik heb vele jaren later begrepen dat een en ander voor De Vries, directeur van de mulo, reden is geweest om te solliciteren en naar andere plaats (Sneek,redactie)
Er waren personeelsleden die daar verdriet om hadden en het betreurden dat het ging zoals het gegaan is.
Ik moet eerlijk bekennen dat veel informatie uit die jaren pas later tot mij is doorgedrongen.
Als je op jonge leeftijd zelfs als een oudere mulo leerling zoiets meemaakt dan zijn er veel dingen die nog langs je heengaan.
Je begrijpt zeker ook niet alles.
Nu ik tot de jaren van verstand ben gekomen is dat wél duidelijk.
Al met al, voor de naast betrokkenen een -kleine- zwarte bladzijde in de Noord- en Zuidhorner schoolgeschiedenis. 
Maar het heeft wel plaatsgevonden.
Het is hier misschien ook de plaats om, in het kort, iets te vertellen over het schoolleven van voor mijn tijd.
Een leuke schoolfoto van drieëmtachtig jaar geleden.
Maar aan kwaliteit nog niets in geboet.
Zo duidelijk zijn lang niet alle schoolporttretten.
Mijn zuster Janna, vorig jaar overleden op 93 jarige leeftijd is hier 11 jaar oud.
Broer Henk 7 jaar.
Henk is in 1953 naar Canade geëmigreerd en in 2008 overleden.
In het verhaal komen beide personen voor.
Beide waren als leerling beslist geen vrienden van de hoofdmeester Timmermans.
Dat pleit natuurlijk niet voor een onderwijzer.


Veel van horen zeggen dus, maar evengoed uit de opgeschreven school- en bestuursverslagen.
Mijn zuster Janna en mijn broer Henk spraken negatief over meester Timmermans.
Hij was, en dat heb ik ook uit andere bronnen een vrij dictatoriale figuur.
Het bestuur had het meerdere keren met hem aan de stok.
Kwaad weglopen uit een vergadering en de deuren hard achter zich dichtslaan, als hij zijn zin niet kreeg.
Dat verwacht je niet van een persoon op dat niveau.
Mijn zuster Janna heeft mij diverse malen verteld dat ze doodsbang voor hem was.
Maar mijn broer had een schrijnend voorbeeld van zijn herinneringen aan Timmermans.
Later, hij woonde toen al lang in Canada, heeft hij er wel eens van verteld.
In de hoogste klas, de zesde of zevende, deed de meestere eens een soort vragenronde: 
"Waar gaan jullie straks naar toe als je deze school verlaat?"
De een antwoordde: "Ik wil graag naar de Ambachtschool ,"de andere had voorkeurom direct maar aan het werk te gaan.
Henk antwoordde dat hij graag naar de mulo zou gaan.
Hij kon inderdaad heel goed leren, dus er was wel reden voor zijn antwoord.
Timmermans werd bij het horen van Henk zijn eerlijke wens duidelijk geïrritreerd.
"Jij naar de mulo, wat verbeeld jij je wel, een arbeiderszoon en dan naar de mulo?
Weet jij wat je moet gaan doen, aan het werk, dat is goed voor je, niks doorleren, dat past een zoon van een arbeider niet".
En Henk was niet de enige die zo'n bot en negatief antwoord kreeg.
Hoe het ook  zij, op zijn zeventigste was het bij hem nog niet in het vergeetboek geraakt.
Hij leek er nog steeds gefrustreerd van, misschien is getraumatiseerd een betere uitdrukking.





De woning van de directeur van de mulo, de latere mavo.
Het huis zier er nu wat anders uit.
Aan de rechterkant is er een stuk bij aangebouwd.
Ik weet het niet zeker, maar het gezin voor het huis zou dat van De Vries kunnen zijn.
Hij was de eerste directeur van deze school.


Piet Helmus Nijkerk








Reacties

Populaire posts van deze blog

JAN REIJMERINK, oud- leerling van de chr. mavo te Noordhorn

Jan Reijmerink is een oud- leerling Zijn vader, herinner ik me, was leraar van een HTS in Groningen. Later deed hij journalistiek, regisseren en schilderen. Hij zocht bij alle dingen.... iets wat hem in het vervolg zou bevredigen. Maar hij is nog steeds aan het zoeken en ontdekte, dat het zoeken hem veel voldoende gaf. Een veelzijdig man die alle dingen met veel plezier doet. Met bloemen in Zuidhorn vader en moeder! Met vader bezocht hij de tunnel in Noordhorn! JAN REIJMERINK Leerling op de school, waar ik leraar was, de christelijke mavo te Noordhorn. Ik zal de klasgenoten vermelden van JAN REIJMERINK, op wie ik erg gesteld was vanwege zijn uitgebreide interesse en inzet. Zijn vader trof  ik vaak bij de ouderespreekavonden. Hij was zelf ook leraar aan de HTS in Groningen. Ik heb bepaalde gedeeltes van Jan Reijmerinks site gekopiëerd. Ik zal de namen laten zien van de leerlingen, die met Jan in de vierde klas zaten in het jaar 1981 Biog

DE 'DRACHTSTER TRAM'

Uit: WESTERKWARTIER De 'Drachtster tram' reed na opheffing nog op speciale gelegenheden, zoals hier in 1973, dwars door de Tolbertstraat in Leek. Het goederenvervoer op die lijn werd in 1985 opgeheven. (Foto: collectie gemeente Leek)  De 'Drachtster tram' Vorig jaar zijn enkele ongebruikte stukken spoorlijn ten westen van de Paterswolde opgeruimd. Het waren de laatste restanten van de Drachtster tramlijn tussen Groningen en Drachten. regio De Drachtster tram (later goederenvervoer en bekend als Philipslijntje) deed meer dan '79 jaar dienst. De NTM is een afkorting voor de Nederlandse Tramweg Maatschappij, opgericht in april 1880 door twee Belgen.  In de daarop volgende jaren zou de NTM zich ontwikkelen tot de grootste vervoerder in de noordelijke provincies. Alleen al in Friesland had deze vervoersonderneming 175 kilometer stoomtramlijnen en 29 kilometer tracé voor de paardentram. Er was nog enige concurrentie bij plannen voor aanleg van de traml

KRAKKIE LOPEN bij de eerste CHBS

Het Noorderplantsoen De HBS die ik bezoek, ligt in de binnenstad vlakbij het Noorder plantsoen, dat wordt geflankeerd door de resten van een oude stadsmuur voornamelijk bestaand uit een lichaam van aarde, waar je halverwege via een trap kan afdalen en dan loop je recht de Grote Rozenstraat in.  Als het hard heeft gevroren is dat de plek waar we op af stevenen om de vijvers te bereiken in het plantsoen en dan is het feest.  Massaal wordt er over het ijs gelopen met zo’n honderd man naast elkaar heen en terug.  Op het laatst gaat het ijs onder de druk helemaal om hoog staan en het geluid dat het lopen vrijmaakt is imponerend.  Op die momenten bewijst het ijs zijn taaiheid, wel buigen, maar barsten, ho maar.  Het zal ook talloze natte pakken opleveren.  Zo bestaan in die tijd de pauzes uit een constante uitdaging van het ijs dat geen krimp geeft. Dus kan het gebeuren, dat iemand die een plekje achteraf zoekt onder de bomen aan de vijverkant verrast wordt door inzakkend i